Top 10 Must Reads voor theologen

Welke boeken horen in het DNA van theologen te zitten om in deze tijd adequaat hun rol te kunnen vervullen, waar zij ook werkzaam zijn in de kerk of samenleving? Om op die vraag een antwoord te krijgen, is deze zomer vanuit liberaalchristendom.nl een zoektocht gestart. We vroegen vanuit de website en met persberichten aan theologen om hun persoonlijke Top 5 met beste boeken uit de theologie, filosofie en spiritualiteit in te sturen. Wat zijn voor hen de klassiekers die iemand moet kennen? De resultaten ervan mondden uit op een Top 10 Must Reads. Er deden minder theologen mee dan vorig jaar bij de preekschrijfwedstrijd. Toch is ons inziens ‒ met 300 punten, uitgedeeld door 60 deelnemers ‒ een interessante Top 10 ontstaan. De meest gehoorde geluiden in de positieve respons waren ‘wat leuk’ en ‘wat lastig’.

De uitslag: Top 10 Must Reads voor theologen

  • Charles Taylor, Een seculiere tijd (A Secular Age)
  • Dorothee Sölle, Mystiek en verzet (Mystik und Widerstand)
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen (Confessiones)
  • Willem Barnard, Stille omgang
  • Henk Berkhof, Christelijk geloof
  • Dietrich Bonhoeffer, Verzet en overgave (Widerstand und Ergebung)
  • Gijs Dingemans, De stem van de Roepende
  • Elisabeth Schüssler Fiorenza, Ter herinnering aan haar (In Memory of Her)
  • Edward Schillebeeckx, Jezus, het verhaal van een levende
  • Paul Tillich, De moed om te zijn (The Courage to Be)

We beseffen dat de Top 10 een liberaal-theologische stempel draagt, maar zijn ervan overtuigd dat deze boeken must reads zijn voor de breedte van de kerk.

Besloten is ons eigen ‘Liberaal christendom’ niet op te nemen in de Top 10, ook al is het boek veel genoemd.

Beschouwend commentaar

De lijst wordt gedomineerd door mannelijke auteurs: acht van de tien zijn (op de Afrikaan Augustinus na) witte mannen. Bekijk je het met een binnenkerkelijk oog, dan is de lijst evenwichtig te noemen. Er staan drie katholieken, drie lutheranen, twee andere protestanten en één oudkatholiek (ex-protestant) in, terwijl Augustinus hen allen overstijgt.

De winnaar


De Canadese filosoof Charles Taylor is met zijn boek A Secular Age – ‘Een seculiere tijd’ ‒ de winnaar. Ook is hij, omdat hij met zijn andere boek Sources of the Self (‘Bronnen van het zelf’) punten scoort, de meest genoemde auteur. Kennelijk gaan veel theologen bij Taylor te rade om het tijdsgewricht waarin we ons bevinden te verstaan. Dat is voorstelbaar daar de kernvraag van het winnend boek ondertussen klassiek is geworden en de theologie in het hart raakt: ‘waarom was het vrijwel onmogelijk in onze westerse samenleving omstreeks 1500 niet in God te geloven, terwijl velen van ons dat in 2000 niet alleen eenvoudig vinden, maar zelfs onvermijdelijk?’ Taylor leidt ons uitgebreid rond in het syndroom van de Godscrisis. In een tijd die gekenmerkt wordt door secularisatie en de ‘malaise van de moderniteit’ daagt hij ons uit, zonder het houvast van weleer, op een geloofwaardige wijze van en met God te spreken.

Interessant gegeven is dat de winnaar een katholiek filosoof is en geen theoloog. Dat roept twee vragen op: 1. Moeten we als theologen voor het helder spreken over God in een post-christelijke en post-seculiere tijd bij een filosoof en de filosofie zijn? 2. Als dat zo is, roept dat de prangende vraag op of een filosoof aan theologen de kennis/logos kan verschaffen die hen bekwaam maakt om in de werkelijkheid van nu over het zijn van God te spreken en tegelijk te werken aan de communicatie met deze God?

Hoe klassiek is deze Top 10?

Zonneklaar is dat het lijstje een mooi beeld geeft van de belangrijke uitdagingen en invloeden in de theologie van de laatste decennia. Tillichs theologie verdisconteert de opkomst van het existentialisme. Dingemans staat voor de creatieve dialoog tussen geloof en (natuur)wetenschap, zoals die in de procestheologie vorm krijgt ‒ een belangrijke liberale stroming in Amerika. Sölle staat voor de verbinding van politieke theologie en mystiek, Schüssler Fiorenza voor de hernieuwde interesse voor (de egalitaire verhoudingen in) het vroege christendom. Schillebeeckx en Berkhof representeren de vernieuwing in het Jezusonderzoek en de verwoording van het christelijke geloof in Nederland. Augustinus staat voor de weg naar binnen in de zoektocht naar God.

Maar geven deze tien boeken ons ook het ‘elementaire gereedschap’ dat we als theologen nodig hebben in het gesprek met de werkelijkheid waarin we ons vandaag de dag bevinden? Bieden ze ons een Godstaal die we verstaan en ons als de ‘poreuze zelven’ van nu kunnen toe-eigenen? En blijken ze daarmee echt klassiek te zijn?

Het kenmerkt een klassiek werk – een woord dat in relatie tot literatuur bijna overrekt is – dat het behoort tot ‘een lange, erkende traditie’. Het gaat om werken die de tand des tijds doorstaan hebben, een paradigmawisseling hebben ingeluid of om andere reden grote indruk hebben gemaakt. Klassiek zijn die werken die blijvend een stempel op de theologie drukten en hun gezag behielden. Het gaat om must reads zonder houdbaarheidsdatum. Ze zijn ook in het huidige tijdsgewricht van vitaal belang voor de theoloog? Als ik dat zo formuleer, vraag ik me af in hoeverre deze lijst ons wezenlijk verder helpt. Vertolken ze het mysterie van God en het heilige op zo’n wijze dat ze zinvolle perspectieven aanreiken met het oog op de grote uitdagingen en vraagstukken van onze tijd?

Zo heb ik mijn vraagtekens bij Berkhof. Zijn ‘ranking’ is verrassend te noemen. Hij was begin jaren ’70 een gids, toen gereformeerden afscheid namen van Bavinck en Berkouwer, en hervormden van Barth en Van Ruler. Berkhof schreef in een nieuwe taal over Jezus, zette het ‘adoptianisme’ weer op de kaart en bood speelruimte rond oude dogma’s als de maagdelijke geboorte en de Drie-eenheid. Zo opende hij destijds nieuwe theologische perspectieven. Maar zijn die nog steeds relevant en dus klassiek? Is het Jezus-boek van Schillebeeckx nog waardevol nu zich na hem een Third Quest heeft ontwikkeld? Blijft Bonhoeffer klassiek met de manier waarop hij de godsvraag stelt en die in het taalveld van het alledaagse wil laten resoneren? Op zulke vragen zijn reacties uit het veld van de academie en de huidige pastorale praktijk van grote waarde.

Een liberale Top 10?

Een van de oogmerken van deze zoektocht naar klassiekers in de theologie is het liberale theologische denken in ons land te stimuleren. Zijn we daarin geslaagd? Draagt deze Top 10 daaraan bij? Hoe liberaal theologisch is deze Top 10? Volgens mij is het daarvoor interessant om de hele lijst nog eens door te nemen, samen met de groslijst die op de website staat. Berthold Brecht dichtte eens:

Denn die einen sind im Dunkeln
Und die anderen sind im Licht.
Und man sieht nur die im Lichte
Die im Dunkeln sieht man nicht.

We zouden de liberale eenlingen uit het donker van de groslijst van 77 (zie website) kunnen halen en ze alsnog in het daglicht kunnen plaatsen. Alternatieve must reads die vanwege hun kwaliteit en het belang van hun liberale theologie de potentie van nieuwe klassieker in zich hebben. Ik denk daarbij aan een boek als Anatheism van Richard Kearney, dat ons perspectief geeft voorbij het dilemma van theïsme en atheïsme. Of aan een boek als The weakness of God van John. D. Caputo, en zijn The Insistence of God, waarin hij niet over het existeren maar het insisteren ofwel het aandringen van God spreekt.

Voor schrijversgroep Relivant is het een opsteker dat haar ‘voorman’ Rick Benjamins goed scoort met zijn boek ‘Een en Ander’. Dat boek is een boegbeeld van de moderne theologie. Daarnaast verdienen zijn inleiding in ‘Liberaal christendom’ over de ‘huidige theologische landkaart’ en het hoofdstuk over God het stempel klassiek. Verplichte kost voor elke theoloog.

Spiritualiteit

De boeken in de Top 10 zijn doordesemd van spiritualiteit, maar het zijn geen spirituele klassiekers. Opvallend is dat klassiekers uit de traditie van de mystiek en spiritualiteit ontbreken. Hoe komt dat en wat zegt dat? Hoe kan het dat Johannes van het Kruis, Eckhart, Theresia en het anonieme ‘De wolk van niet-weten’ nauwelijks of niet genoemd zijn? Terwijl postmoderne en post-postmoderne theologen als John D. Caputo en Catherine Keller wel voorbijkomen. Komt dit doordat veel mensen die aan de enquête deelnamen zo’n dertig of veertig jaar geleden theologie studeerden? In de Top 10 staan vooral boeken uit die tijd. Of komt dit doordat de christelijke theologie toch sterk academisch en rationeel is, waar niks mis mee is, maar waardoor de spiritualiteit van de theoloog niet door zulke klassiekers geboekstaafd is? Heeft het te maken met een zijnsmystiek die te zeer transcendent is en het immanente frame van Charles Taylor mist? Dat zou goed kunnen, maar ik denk dat de hedendaagse theoloog die vertaalslag wel kan maken. Dan gaat het erom transcendentie te ervaren binnen een immanent kader. Daarin kan ook een mysticus als Eckhart tot zijn recht komen.

Ten slotte

Dank aan ieder die mee heeft gedaan aan deze zoektocht naar tien klassiekers in de theologie. Het geeft ons een ijkpunt van bezinning en biedt inzicht in de stand van de theologie en de status en rol die klassiekers daarin spelen. Dank in het bijzonder aan de website-redacteuren Alke Liebich, Jan Offringa en Erik Jan Tillema, ook bij de totstandkoming van deze beschouwing.

Sytze Ypma

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑