Kunstmatige intelligentie: maakt het uit als je het verschil niet ziet?

Kunstmatige intelligentie in ons leven is allang geen science fiction meer, betoogt professor Wido van Peursen. Hij wordt niet bang van de gedachte dat dit ook in de kerk meer invloed krijgen. Zijn devies: laat algoritmes om te beginnen verdiepend inzicht geven in religieus taalgebruik en ons spreken over en tot God.

Professor Wido van Peursen is hoogleraar op het gebied van het Oude Testament en de toepassing van computationele benaderingen op de Bijbel aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Op de website Stoic.today kan men raden of de filosofische tekst die op het scherm verschijnt van ‘a real Stoic philosopher’ is, of gegenereerd door het deep learning netwerk GPT-3 (dat Otte ook noemt in zijn bijdrage). Wie een aantal keren een poging waagt, merkt al gauw wat de huidige stand van zaken is op het gebied van het genereren van teksten met behulp van algoritmes: soms is het verschil tussen de ‘echte’ en kunstmatige uitspraken evident, en heeft het taalmodel van GPT-3 een uitspraak gegeneerd die vreemd overkomt, soms is het verschil niet te zien. Ik moet bekennen dat ik al een paar keer een automatische gegenereerde tekst voor een ‘echte’ tekst heb aangezien.

Dit voorbeeld illustreert hoe ver het potentieel van het automatisch genereren van teksten nu al reikt. Het laat ook zien dat we het gebruik van kunstmatige intelligentie dat Wim Otte in zijn bijdrage schetst niet kunnen afdoen als science-fiction. Het is een werkelijkheid die steeds dichterbij komt. Ook kunnen we het gebruik ervan door predikanten niet slechts inzetten als een interessante casus voor satire, zoals de Kanaan Courant onlangs deed in het artikel: ‘Vrijzinnige predikant gebruikt AI om preken te schrijven.’

Liturgie

In zijn prikkelende en fascinerende bijdrage stelt Wim Otte de serieuze vraag of we deze nieuwe technieken ook zouden kunnen inzetten voor de liturgie. Kan de predikant, die nu misschien al BibleWorks of Accordance gebruikt voor de bestudering van de Bijbel, straks ook een digitale assistent krijgen voor het opstellen van liturgische teksten? We zouden zelfs Lukas 19:40 erbij kunnen halen. Als de Farizeeën Jezus vragen om de kinderen die ‘Hosanna’ roepen het zwijgen op te leggen, is Jezus’ antwoord: ‘als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’ Zouden we nu kunnen zeggen: ‘…dan zouden de computers het uitschreeuwen’, al of niet verwijzend naar Strebe’s The Prayer, waarmee Otte zijn bijdrage begint?

Als we voorbijgaan aan de stappen die nog gezet moeten worden om automatische teksten te genereren die niet van ‘echte’ teksten te onderscheiden zijn ‒ het lijkt slechts een kwestie van (korte) tijd voordat deze stappen gezet zijn ‒ en we komen op het punt dat we het verschil tussen beide niet meer kunnen zien, dan doet zich de vraag voor ‘If you can’t tell, does it matter?’ Deze beroemde vraag komt voor in de de science-fiction serie Westworld als reactie op de vraag ‘are you real?’

Voordat we de automatisch gegeneerde teksten gaan inzetten in de liturgie (met of zonder een finishing touch van de menselijke predikant), moeten we eerst meer over die vraag nadenken. Maakt het uit? Dit raakt aan cruciale theologische en antropologische thema’s: wat maakt ons als mensen uniek? In hoeverre wordt liturgie gedragen door een levende relatie tussen God en mensen? Hoe werkt God in mensen? En kan God op dezelfde manier ook in algoritmes werken? Wat betekent het dat de mens naar Gods beeld geschapen is, nu de mens op het gebied van intelligentie (in het verleden vaak gezien als het unieke element waarin de mens lijkt op God) overtroffen lijkt te worden door de algoritmes van kunstmatige intelligentie? Wat betekenen ‘echt’ (dat ik hierboven steeds tussen aanhalingstekens heb gezet) en ‘real’ (in het Westworld citaat) eigenlijk?

Diversiteit

Als we deze vragen bespreken in de context van het christendom, komen daar nog meer vragen bij: zijn de antwoorden die men geeft afhankelijk van de eigen kerkelijk kleur? Waarom leggen de bedenkers van de Kanaan Courant in hun satire het gebruik van kunstmatige intelligentie bij het schrijven van preken juist bij een ‘vrijzinnige’ predikant? En waarom verschijnt een bijdrage als die van Otte op een website van liberaal christendom en niet op die van de Gereformeerde Bond? Heeft liberaal christendom meer openheid voor het nieuwe, en de durf om wat als heilig beschouwd wordt toch even heel anders te bezien? Of heeft het te maken met een andere visie op diepgaande vragen over het menselijke spreken over en tot God? En als we toch de diversiteit binnen het christendom bekijken: laten we dan ook eens kijken wat er gebeurt als we het taalmodel van GPT-3 zowel voor Huub Oosterhuis als voor Opwekking gebruiken. Of voor zowel Taizé-liederen als onberijmde psalmen. Kunnen de algoritmes ook licht werpen op de verschillen tussen liturgische tradities en gebruiken?

Inzicht

Het lijkt me zeer zinvol als het gesprek rondom deze vragen gevoerd wordt, met iedereen die daaraan wil deelnemen. Niet om liturgische experimenten met GPT-3 een halt toe te roepen. Integendeel, laten we er in de tussentijd alvast hard tegenaan gaan om liturgische teksten te genereren met GPT-3 en andere tools. Wat mij betreft niet direct met het oog op een praktische toepassing, zoals Otte voorstelt. Die focus is er namelijk al te veel. Het is jammer dat wat er tegenwoordig gebeurt op het gebied van Natural Language Generation (NLG) overheerst worden door de behoefte aan praktische toepassingen. Men is veel meer geïnteresseerd in een werkende chatbot die goede antwoorden geeft, dan in de vraag wat we kunnen leren van de achterliggende taalmodellen. Maar juist in de wereld van kerk en theologie moeten we de kans niet laten liggen om een diepere laag aan te boren, die van reflectie en inzicht. Om te onderzoeken hoe we die algoritmes, taalmodellen en automatisch gegenereerde liturgische teksten of gebeden kunnen inzetten om meer inzicht te verkrijgen. Inzicht in religieus taalgebruik en in de taal van de liturgie en van het spreken over en tot God. Zoals Otte zelf al suggereert in zijn bijdrage: misschien komen er op deze manier blinde vlekken aan het licht en geeft zo’n verkenning ‘geheimen prijs… die liturgisch verrijkend zijn’. Ik verwacht dat dat zeker zal gebeuren!

Zwarte doos

Op deze manier kan ook op andere gebieden op het snijvlak van religiestudies, taalkunde en informatica inzicht verkregen worden. ‘Deep learning’ is het werk van onnavolgbare algoritmes, van ‘black boxes’. Voor computerwetenschappers en taalkundigen is de prangende vraag: Wat gebeurt er in die zwarte dozen? Hoe komen die verbluffende resultaten van GPT-3 en andere modellen tot stand? Hoe leren die taalmodellen een taal? Onder de noemer ‘Explainable AI’ worden pogingen ondernomen om juist daarin meer inzicht te verkrijgen en waar mogelijk de zwarte dozen toch een beetje transparant te maken. Dit zijn ook precies de vragen die ons bezighouden bij het Eep Talstra Centre for Bible and Computer (ETCBC) en de onderzoeksgroep Digital Approaches to Sacred Texts van de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit. Wat zou het mooi zijn als informatici, taalkundigen, tekst-wetenschappers, theologen en predikanten de handen ineenslaan om dit gebied verder te verkennen.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: