Henri Frölich
Bij het verschijnen van het boek Liberaal christendom. Ervaren, doen, denken werd de redactie uitgenodigd voor een interview in dagblad Trouw. De eerste vraag van de interviewer was: wat gelooft een liberaal theoloog eigenlijk nog? Met nadruk op het woordje ‘nog’. Blijkbaar leeft onder velen sterk het idee dat als je jezelf afficheert met vrijzinnige, moderne of liberale theologie je je begeeft op glad ijs. Dat er een bepaalde glijdende schaal is tot aan het punt dat je helemaal niets meer ‘gelooft‘.
Van dat frame wil ik al jaren graag loskomen. Hoe word ik een serieuze gesprekspartner binnen de theologie en op welke manier is die theologie relevant voor alles wat ook buiten de theologie gebeurt. Rick Benjamins verwoordde het in het interview in mijn ogen in ieder geval heel adequaat: ‘Liberaal christendom is nog steeds christendom en liberale theologie is gewoon theologie. Als je daar ‘liberaal’ aan toevoegt, bedoel je dat er niet een instantie is die van buitenaf kan bepalen of opleggen wat jij dan moet geloven. Dus geen paus, geen kerk, geen geloofsbelijdenis of gedachtenstelsel dat dwingende voorschriften geeft. Maar wel een open en zelfkritische houding om de inzichten van het christendom in onze wereld te beluisteren en te doordenken.’
Al in mijn eerste gemeente liep ik tegen het vooroordeel van de glijdende schaal van geloven aan. Als beginnend predikant had ik respect voor de traditie van de plaatselijke gemeente maar probeerde ik ook mijn eigen inzichten en geloofsontwikkeling te verwerken in de kerkelijke activiteiten. Dat riep soms flinke discussie op. Mijn vrijzinnige inbreng was een bepaald gemeentelid in het dorp niet ontgaan en hij ontbood me op zekere dag in zijn prachtige woning. Hij was een kunstenaar en ook zijn huis annex museum stond vol kunst. Vooral door hem zelf gemaakt maar in zijn collectie waren zelfs schetsen van Rembrandt te bewonderen. Het gesprek kwam al gauw op de theologie en hoe ik over bepaalde dogma’s dacht. Ik wist me niet zo goed raad en hakkelde soms wat, onervaren als ik was in dergelijke theologische discussies met gemeenteleden. Toch besprak ik de theologische dogma’s naar eer en geweten en probeerde ik mijn vrijzinnige visie te verduidelijken en uit te leggen.
Het landde helemaal verkeerd. Hij begreep niets van mijn standpunten en snapte niet dat ik op zo’n manier überhaupt dominee kon zijn. Zelfs met uitgesproken atheïsten had hij betere gesprekken over de theologie gevoerd dan met mij, kreeg ik als verwijt. Na dit gesprek kwam hij niet meer bij mij in de kerk. Als ik dienst had in zijn gemeente kwam ik hem steevast op de fiets tegen als hij naar de andere meer orthodoxe kerk ging. Toch groetten wij elkaar vriendelijk in het voorbijgaan. Er was geen sprake van ruzie maar eerder van wederzijds onbegrip. Ik denk nog vaak terug aan die ontmoeting. Graag had ik toen wat meer bagage gehad om dat gesprek op een goede en serieuze manier te voeren en dat brengt me bij het boek van Rick Benjamins: Een en Ander.

In dit boek wordt een overzicht gegeven over het ontstaan en de ontwikkeling van de moderne theologie. In de moderne theologie hebben theologen steeds opnieuw geprobeerd om het evangelie en het christelijk geloof te verstaan in de context van het moderne denken. Er leeft volgens de schrijver geen groot besef van de traditie in de moderne theologie en dat komt vooral ook omdat er in die traditie zoveel wendingen, keerpunten en nieuwe aanzetten te vinden zijn. Daardoor is niet precies helder wat wel en niet bij die moderne theologische traditie hoort. Het boek wil een zodanige beschrijving geven van die moderne traditie dat de lezer aan het slot van harte kan beamen dat er inderdaad zo’n traditie is. Toch moet ook erkend worden dat er binnen die traditie een grote breuk te constateren is. De breuk tussen de negentiende en de twintigste eeuw.
De religieuze ervaring van eenheid, totaliteit en samenhang in het wereldgeheel was vooral het centrale uitgangspunt van de negentiende eeuw. In de twintigste eeuw echter ontstond het besef dat godsdienst te maken heeft met iets heel anders, met het Andere, dat buiten de totaliteit van onze wereld staat en er niet mee samenvalt. Juist de samenhang en de breuk in deze moderne traditie komen volop aan de orde in het boek. Vandaar de titel van het boek: Een en Ander.
Wat volgt is een zeer rijk gevuld boek met daarin een beschrijving van de moderne theologie vanaf de negentiende eeuw. Het gedachtegoed van Kant, Schleiermacher en Hegel wordt besproken in het perspectief van de moderne theologie. Daarna volgt een beschrijving van de rechts-moderne theologie, de ethische theologie en de incarnatie- theologie. Ook is er aandacht voor de antimoderne wending van de moderne theologie, met daarin de opvattingen van grote theologen als Karl Barth, K.H. Miskotte en O. Noordmans in hun verhouding tot de moderne traditie. Daarna komt de voortzetting van de liberale theologie aan de orde met bekende vertegenwoordigers als Bultmann en Tillich. Daarop volgt tot slot een verkenning van het postmodernisme van de tweede helft van de twintigste eeuw, die aan de hand van drie overkoepelende onderwerpen wordt behandeld, namelijk de taal, het subject en het andere.
De moderne traditie in vogelvlucht dus, echt een overzichtswerk, geschreven vanuit een zeer geëngageerd standpunt. Het is voor mij zeer verhelderend en de moeite waard. Door de verschillende theologische opvattingen met elkaar in gesprek te brengen, ontstaat een verdieping die ik in mijn bovengenoemde gesprek zo node miste.
De inleiding van het boek start met de opmerking dat kerk, geloof en religiositeit lang in de verdediging stonden tegenover cultuur en de wetenschap. De moderne theologie heeft zich echter altijd op positieve wijze met wetenschap en cultuur willen verstaan. Theologen wezen op belangrijke christelijke waarden in ons bestaan die door geen wetenschap worden gefundeerd, maar voor het persoonlijke en culturele leven toch formerend zijn. Het grote belang van de moderne theologie ligt, volgens de schrijver, hierin dat de moderne theologie twee dingen heeft willen samenbrengen: je moet je verstand gebruiken en je moet beluisteren hoe God tot jou spreekt. Het boek eindigt met de theologie van Pannenberg, die in zijn breed uitgewerkte theologie de fundamentele kwestie aan de orde stelde of de andersheid en de differentie met recht boven de eenheid en de gelijkheid gesteld kunnen worden. Hiermee keert het boek terug naar de in de inleiding vermelde en in de titel doorklinkende breuk in de moderne traditie.

Spannend is hoe het in de theologie verder zal gaan. Wordt er vooral gedacht vanuit het perspectief dat wij deel uitmaken van het Ene waarin wij met God verbonden zijn? Of wordt het besef benadrukt dat we onszelf tegenover het geheel Andere gesteld weten, dat ons in zijn onbenaderbare andersheid toch op enigerwijze wijze aanspreekt. Het kan beide kanten op. Andere liberale theologische stemmen mogen dit doorgaande gesprek weer verder oppakken. Dit gesprek is hoe dan ook belangrijk want er staat heel wat op het spel. De vraag blijft actueel welke positie je inneemt in dit spanningsveld. Met aan de ene kant de nadruk op eenheid, in een tijd waarin maar al te vaak ruimte geboden wordt aan alternatieve waarheden die verdeeldheid zaaien. En aan de andere kant de nadruk op het geheel andere, dat recht doet aan alle verscheidenheid, maar soms zo ver weg lijkt dat het ons niet meer verbindt.
Om dit gesprek ook in een kerkelijke gemeente op een vruchtbare manier te kunnen voeren is de kennis uit dit boek wat mij betreft onontbeerlijk. De kracht van het boek ligt in de heldere analyse van de verschillende theologische stemmen die tegelijk onderling met elkaar in verband worden gebracht. Zo’n analyse ben ik nog niet vaak tegengekomen en daarom is dit boek wat mij betreft een echte moderne klassieker!
Ik heb in ieder geval na het lezen van Een en Ander nog regelmatig teruggedacht aan dat gesprek in mijn beginjaren als predikant. Had ik dat boek toen al maar gelezen! Een must read om beslagen ten ijs te komen en een serieuze gesprekspartner te zijn in theologische gesprekken. Maar dat niet alleen, het gaat voor mij om wezenlijke kennis die helpt te verwoorden en doordenken waarom de christelijke traditie voor mensen van nu van grote en blijvende waarde is.